Opbouw onderzoek
Opbouw van het onderzoek
Het onderzoek “creatief denken bij jonge kinderen” bestaat uit twee delen: een longitudinaal deel en een micro-genetisch deel.
Deel 1: Longitudinale studie
In het longitudinale onderzoek wordt een groep kinderen tweeënhalf jaar gevolgd. Elke zes maanden, beginnend in groep 1, zal hun strategiegebruik bij het divergent denken gemeten worden via gestandaardiseerde taakjes. Kinderen zullen dan gevraagd worden om over hun denkproces te praten. Daarnaast zullen er video-opnames gemaakt worden en zal het kind geobserveerd worden. Op deze manier kan de ontwikkeling van het strategiegebruik bij divergent denken en creativiteit in het algemeen bestudeerd worden.
Deel 2: Micro-genetische studie
In het micro-genetische onderzoek zullen kinderen gedurende 10 weken een training krijgen om hun creativiteit te bevorderen. Voor elke strategie van divergent denken wordt een specifieke training aangeboden aan de kinderen. De resultaten van de longitudinale studie zullen uitwijzen welke strategieën dit bij kinderen zijn. Gedurende de eerste twee weken zullen we twee activiteiten doen met elk kind om te zien hoe creatief hij/zij is. De eerste activiteit die de kinderen zullen doen is een tekentaak op papier. De tweede activiteit gaat om het bedenken van verschillende ideeën voor het gebruik van voorwerpen. Elke activiteit duurt maximaal 30 minuten.
Vervolgens willen we het creatief denken stimuleren door een aantal kinderen extra activiteiten te geven, gedurende week 3 tot en met week 9. Elke week zal elk kind opnieuw de activiteit doen waarbij hij/zij verschillende ideeën gaat bedenken, dit duurt weer 30 minuten. Daarna zal het kind deelnemen aan twee interactieve activiteiten in een groepje van 5 kinderen, of aan twee individuele activiteiten met leerrijke materialen. Elk van deze activiteiten duurt 15 tot 20 minuten. Op deze manier zal het strategiegebruik van het kind gestimuleerd worden, wat een positief effect kan hebben op het divergent denken van deze kinderen.